Foutcode P0337 - een stapsgewijze handleiding voor diagnose en reparatie

Foutcode P0337 wordt weergegeven en het motorcontrolelampje brandt - wat betekent dit?

Het OBD/EOBD-systeem herkent een probleem met het krukassensorsignaal A (lage spanning). Deze DTC P0337 geeft aan dat de spanning van de krukassensor onder het verwachte bereik ligt. Deze foutcode kan bij verschillende fabrikanten iets andere namen hebben, maar verwijst altijd naar het probleem met het krukassensorsignaal.

Welke oorzaken kan deze foutcode hebben?

• Defecte krukassensor
• Beschadigde of gecorrodeerde bedrading naar de krukassensor
• Losse of slechte stekkerverbindingen aan de sensor
• Vuile of beschadigde reluctorring op de krukas
• Defecte motorregeleenheid (ECM/PCM)
• Te grote luchtspleet tussen sensor en reluctorring
• Kortsluiting in het sensorcircuit
• Defecte massaverbinding van de sensor

Welke symptomen treden parallel op met foutcode P0337?

• Startproblemen: Het voertuig start moeilijk of niet
• Stotteren van de motor: Onregelmatig lopen van de motor, vooral bij stationair draaien
• Vermogensverlies: Verminderd motorvermogen tijdens het rijden
• Controlelampje motor: permanente weergave van het waarschuwingslampje op het dashboard
• Motorstoringen: merkbare storingen bij verschillende toerentallen
• Afslaan: Motor slaat af tijdens het rijden of stationair draaien

Hoe kan ik het probleem met foutcode P0337 verhelpen?

• Het repareren van foutcode P0337 vereist een systematische aanpak om het probleem met de krukassensor op te lossen.
• Vervang de krukassensor volledig en gebruik de juiste OEM-sensor om een goede signaaloverdracht te garanderen.
• Controleer de volledige bedrading van de sensor naar de motorregeleenheid en repareer of vervang beschadigde kabels of stekkerverbindingen
• Reinig de reluctorring op de krukas of vervang deze als hij beschadigd is om een duidelijk signaal te garanderen
• Stel de luchtspleet tussen de sensor en de reluctorring af volgens de specificaties van de fabrikant, meestal tussen 0,5-1,5 mm.
• Controleer de massaverbindingen van de sensor en de motorstuureenheid en reinig of vervang deze als ze gecorrodeerd zijn.
• Stel een diagnose van de motorregeleenheid (ECM/PCM) en vervang of herprogrammeer indien defect.