Foutcode P0134 - een stapsgewijze handleiding voor diagnose en reparatie

Deze foutcode geeft aan dat de ECU geen signaalspanning van de lambdasensor (Bank 1, Sensor 1) ontvangt. Op motoren met twee cilinderkoppen verwijst "Bank 1" naar de cilinderbank met cilinder 1. De lambdasensor die "stroomopwaarts" van de katalysator zit, is "Sensor 1". Deze zuurstofsensor registreert de hoeveelheid zuurstof en brandstof in de uitstoot. De informatie gebruikt de ECU om de lucht-brandstofmengselverhoudingen bij te stellen ten behoeve van optimale brandstofefficiëntie en een schonere uitstoot. Wanneer de ECU geen gegevens ontvangt van de sensor, draait de motor te vet of te mager.

Het optreden van deze foutcode kan uit verschillende hoeken komen. Wellicht is de oorzaak te zoeken in het gebruik van olie- of brandstofadditieven, die samenstellingen op basis van siliconen bevatten. De sensor kan vervuild zijn geraakt door lood, glycol (antivries) of olie. Dit is te zien aan de verkleuring van de sensor. Andere oorzaken zijn:

• schade aan de bedrading van het verwarmingscircuit van de sensor
• de kabelboom van de sensor heeft een open circuit of een kortsluiting
• verroeste stekkers
• de auto zekering van het verwarmingscircuit is gesprongen.

Verder kunnen een onderdruklek, lage brandstofdruk of vervuilde brandstofinjectoren de code veroorzaken, terwijl met de sensor niets mis is.

Die kunnen afhangen van het type motor en automerk. Soms licht enkel het motorwaarschuwingslampje op. Mogelijkerwijs wordt de rijdbaarheid van de auto echter aanzienlijk belemmerd. Houd rekening met de volgende symptomen:

• verlies van vermogen
• aarzelend optrekken
• onverwacht uitvallen
• startproblemen
• toename van brandstofverbruik
• de motor draait slecht stationair
• bougies verslijten sneller
• zwarte rook uit de onderdelen van het uitlaatsysteem en een geur van rotte eieren.

In extreme gevallen kan de motor schade oplopen omdat het vette lucht-brandstofmengsel de beschermende smeerlaag van de cilinderwanden spoelt.

Lees met een OBD2-scanner de opgeslagen foutcontext uit om te bepalen wanneer de code voor het eerst optrad. Wis de code en maak een testrit. Tijdens deze rit moet de motor de normale werkingstemperatuur bereiken voordat de code eventueel terugkomt. Is dit het geval, inspecteer de bedrading en de aarding van de sensor. Controleer tevens de ingaande spanning.

Wanneer kabels en stekkers in orde zijn, verwijder de sensor, check hem op verkleuring of afzettingen. Let op: het verwijderen van afzettingen is bij zuurstofsensoren geen optie. De enige betrouwbare maatregel in dit geval is vervanging. Als de code na vervanging van de sensor terugkeert, moet een onderliggend probleem worden opgelost. Mogelijkerwijs is de uitlaat of de zekering van het verwarmingscircuit beschadigd. Wanneer de verkleuring van de sensor duidt op vervuiling door olie of antivries, moeten onderliggende oorzaken opgelost worden, voordat de sensor wordt vervangen.

De code verhindert het rijden met de auto doorgaans niet. Een voelbaar prestatieverlies kan zich wel voordoen. Wellicht stijgt het brandstofverbruik. Uiteindelijk zou het blijven rijden met foutcode P0134 de katalysator kunnen beschadigen, maar pas na langere tijd. Omwille van brandstofefficiëntie, rijcomfort en het milieu moet de DTC zo snel mogelijk worden verholpen.