Het spreekt voor zich dat je auto is uitgerust met hoogwaardige, goed functionerende verlichting. Je hebt echter niets aan kwaliteitslampen, wanneer ze niet onder de juiste hoek de weg beschijnen. Bovendien is een correcte afstelling van koplampen een voorwaarde voor het slagen van de APK-keuring. Wanneer je regelmatig toegeknipperd wordt door tegenliggers of je ziet in het donker bijna niets meer, zijn je koplampen defect of verkeerd ingesteld. Dit moet zo snel mogelijk worden verholpen.
Zelf doen
Met wat oefening lukt het zelf afstellen van koplampen in de regel goed bij conventionele halogeenlampen zoals H4 of H7.Bij andere koplampsystemen kun je hoogstens de basisinstelling veranderen – de precieze instelling wordt dan door de elektronica geregeld. Sinds 1990 moet elke nieuwe auto voorzien zijn van lichthoogteregeling. Hiermee kun je zelf het lichtbereik bij verandering in de belading (bijv. voorafgaand aan een vakantierit) wijzigen, op voorwaarde dat de lichtinstelling handmatig kan worden verricht. Raadpleeg je autohandboek voor de positie van het afstelmechanisme. Dit verschilt per automodel en merk. Soms zit het naast het stuur, soms aan de achterkant van de koplampunit. Vergewis je ook van de juiste hellingshoek. Bij de meeste auto’s ligt die van het dimlicht tussen 1 en 1,2 graden en van het grootlicht tussen 2 en 2,5 graden.
Koplampen afstellen: wanneer?
De koplampen moeten in de volgende gevallen worden bijgesteld:Handleiding
Voor eigenhandige afstelling van koplampen heb je nodig:Parkeer de auto op een vlak terrein en zorg ervoor dat de auto waterpas staat. Dit betekent het verwijderen van zware belading, het vullen van de benzinetank en erop toe te zien dat de bandenspanning op alle vier de hoeken correct is. Check ook of de ophanging in orde is. Het vlakke terrein moet begrensd zijn door een vlakke witte of lichtgekleurde muur. Rijd de auto tot vlak aan de muur en schakel de verlichting in. Zodoende vind je het centrum van de lichtstraal van elke koplamp. Markeer beide plekken met een stuk horizontale tape dat door het midden van de lichtstraal loopt.
Zet de auto op 10 meter afstand van de muur en als je niet over die ruimte beschikt, op 5 meter. Bij een hellingshoek van 1,2 graden moet het midden van de lichtstraal 12 centimeter onder de horizontale lijn op de muur vallen. Bij een afstand van 5 meter bedraagt dit de helft. (NB: bij een hellingshoek van 1 graad is die vereiste afstand 10 resp. 5 centimeter.)
Stel de lichten bij wanneer zij niet correct zijn gericht, door de stelschroeven kwartslag per kwartslag te draaien, zodat je goed kunt zien waar de nieuwe uitlijning terecht komt. Wanneer de juiste hellingshoek is ingesteld, voer dezelfde procedure uit voor de andere koplamp.
De vakgarage
Bij xenon- of LED-koplampen en koplampen met automatische instelling is het niet mogelijk de instelling handmatig te regelen. Ze kunnen hoogstens in de basisinstelling worden gezet. Bij geavanceerde meesturende koplampen en Matrix-LED-verlichtingstechniek met adaptieve lichtregeling kan er helemaal niets worden veranderd. Wanneer deze koplamptypen moeten worden bijgesteld, dient dit in een vakgarage te gebeuren. Het instellen van de koplampen in de garage gaat snel en gemakkelijk. Daar beschikt men ook over de geschikte afstelapparatuur. Tal van autobedrijven bieden herfstchecks aan. Dat is ook direct gebeurd. Moet er iets worden bijgesteld, kan het iets langer duren. In sommige bedrijven is de herfstcheck gratis en meestal maakt het deel uit van een onderhoudsplan.
Zorg voor een correcte afstelling van je koplampen. Het overstekend wild en tegenliggers zullen je dankbaar zijn.
Reageren