StabiliTrak wordt gebruikt als merknaam voor de systemen voor stabiliteitscontrole waarmee de door General Motors gebouwde voertuigen worden uitgerust. De systemen worden toegepast op de modellen van o.a. Buick, GMC, Cadillac, Opel en Chevrolet. In 1997 is het systeem geïntroduceerd bij de lancering van de modellen Cadillac Sevillac STS en DeVille. StabieleiTrak is bedoeld om de chauffeur op slechte wegen te helpen het voorgenomen pad te volgen.
De werking van StabiliTrak
StabiliTrak legt vast of het voertuig afwijkt van het voorgenomen traject of niet. Daarbij worden tal van parameters gecontroleerd, bijvoorbeeld de stuurhoek, de feitelijke richting van de wagen en de meetwaarden van de ABS-sensoren. Zodra er afwijkingen worden geconstateerd, past het systeem de rijrichting van de wagen aan door een remmende werking op specifieke wielen toe te passen.
Bij het starten van de motor schakelt dit systeem automatisch in. Er gaat een lampje op het dashboard branden zodra het systeem wordt ingeschakeld. Het systeem kan zonodig uitgeschakeld worden. Druk daarvoor op de betreffende knop op het dashboard en houd deze ingedrukt.
Vaak voorkomende modellen met een StabiliTrak-systeem
- Cadillac Escalade GMT900;
- Chevrolet Tahoe GMT900, Silverado II, Equinox I, GMC Canyon, GMC Sierra III;
- Opel Astra H, Insignia A, Astra J;
- Cadillac SRX GMT265.
De belangrijkste redenen voor defecten aan de StabiliTrak
- Een defecte sensor voor de stuurhoek of ABS.
- Verkeerde uitlijning van de wielen, onder andere door een niet goed uitgevoerde reparatie.
- Een reservewiel waarvan de grootte niet overeenkomt met die van het standaard wiel.
Reageren