Tekenen van een defect ontstekingssysteem — Hoe u het ontstekingssysteem kunt inspecteren

Tekenen van een defect ontstekingssysteem — Hoe u het ontstekingssysteem kunt inspecteren
 7 tekenen van een defect ontstekingssysteem: 
  1. De motor weigert.
    Als u de motor meerdere keren tevergeefse probeert te starten als de accu leeg is, kunnen de bougies verzopen raken. Als dit gebeurt, moeten ze vervangen worden.
  2. De motor is in zijn vrij instabiel.
    Dit kan het gevolg zijn van mechanische beschadiging aan de bougiekabels en van kortsluiting in de wikkeling van de bobine.
  3. De motor schokt bij het optrekken.
    Dit mankement kan veroorzaakt worden door water dat op de bobines, bougies of bougiekabels terechtgekomen is.
  4. De motor raakt oververhit.
    Dit kan het gevolg zijn van versleten bougies. Vervang ze volgens het door de autofabrikant aanbevolen onderhoudsschema.
  5. Er klinken plofgeluiden vanuit het uitlaatspruitstuk of de geluidsdemper.
    Dit doet zich voor bij een onjuiste afstelling van het ontstekingstijdstip of als u bougies van een verkeerde warmtegraad gebruikt.
  6. Het brandstofverbruik neemt toe.
    Mogelijk oorzaken zijn beschadigde of losgekomen bougiekabels.
  7. De elektrische uitrusting werkt niet naar behoren.
    Dit kan gebeuren als de contactschakelaar kuren heeft, bijvoorbeeld ten gevolge van doorbranding van een contactklem, onheus gebruik of pogingen tot autodiefstal.
 Diagnose in 5 stappen 
  1. De bougies en bobines demonteren en inspecteren.
    Ze mogen geen enkele barst noch enig spoor van koolstofafzetting vertonen. De afmetingen van de uitsparing tussen de zij- en middenelektroden van de bougies moeten binnen de toegestane afwijking liggen.
  2. De weerstand van de bougies meten met behulp van een multimeter.
    Sluit één van de sondes van het toestel aan op de schroefdraad en de andere op de middenelektrode. Indien de weerstand hoger ligt dan 6 kOhm, dienen de onderdelen te worden vervangen.
  3. De verdelerkap demonteren en inspecteren.
    Zorg ervoor dat de koolborstel nauwsluitend op het oppervlak van de rotor past en dat er geen sprake is van barsten of thermische beschadiging.
  4. De spanning van de accu controleren wanneer deze volledig opgeladen is.
    Als de waarde onder de 9,5 V ligt, dient de accu te worden vervangen.
  5. De motor aanzetten wanneer het donker is en onder de motorkap kijken.
    Als u vonken van de bougiekabels ziet afspatten, betekent dat dat de isolatie ervan beschadigd geraakt is.
AUTODOC CLUB
Uw account is uw persoonlijke assistent

Het houdt uw auto-uitgaven bij, voert een autologboek en vervangingsschema en slaat uw aantekeningen en documenten op