Hoe u een auto met een lege accu kunt starten

true

Vrijwel iedere automobilist is wel eens in een situatie beland waarin de motor niet wilde starten omdat de accu leeggelopen was. Vaak komt dit door vrieskou of doordat men vergeten is de geluidsinstallatie van de auto uit te zetten. Het probleem van een weigerende motor kan verholpen worden door de accu van het ene op die van het andere voertuig aan te sluiten. Hiervoor hebt u een stel startkabels nodig. In dit artikel leggen we uit hoe u startkabels op de juiste manier aansluit. Laat ons een kijkje nemen welke stappen je in welke volgorde je moet aanhouden.

 Voorzorgsmaatregelen

  • Zorg ervoor dat er zich in de nabijheid van de plek waar u de handeling gaat verrichten geen kinderen bevinden. Breng ze indien nodig naar een plek op veilige afstand.
  • Lees de handleiding van het voertuig nauwlettend door. Er bestaan een paar modellen die niet met behulp van startkabels gestart kunnen worden.
  • Draag zolang u bezig bent rubberhandschoenen en een veiligheidsbril. Raak de accupolen en metalen stukken van de carrosserie niet met blote handen aan terwijl ze onder spanning staan.

Voertuigen die niet met behulp van startkabels gestart kunnen worden

  • Start een auto nooit met accuklemmen via een voertuig waarvan de netspanning hoger of lager ligt dan die van uw auto. Als uw voertuig bijvoorbeeld met een 12V-accu uitgerust is, dient deze niet aangesloten te worden op eentje met 24 of 6 V om stootspanning te voorkomen.
  • Het is niet raadzaam om voertuigen met benzine- en dieselmotoren met elkaar te verbinden aangezien hun accu’s verschillende koudestartstroomwaarden kennen, waardoor het proces ofwel inefficiënt is dan wel het risico in zich bergt elektronische apparatuur te beschadigen.
  • Het is verboden om een auto met startkabels aan de praat te krijgen als de bedrading ervan kapot is, of de accu lekt of andere mankementen vertoont. Als uw accu leeggelopen is door een reeks tevergeefse pogingen om de motor te starten, kunt u daarom het beste professionele hulp inschakelen.
  • Het is niet aan te raden om uw auto op een voertuig aan te sluiten wiens accu niet volledig opgeladen is.
Winkel
Winkel
Winkel
Winkel
Winkel
Winkel
Winkel
Winkel
Winkel

Hoe u kunt bepalen of het veilig is om uw voertuig met behulp van startkabels te starten

Hoe u kunt bepalen of het veilig is om uw voertuig met behulp van startkabels te starten
 Vergewis u ervan dat uw voertuig in goede staat verkeert. Om hierachter te komen kunt u het volgende doen: 
  • Werp een blik in de motorruimte. Er mag geen al te dikke laag stof op de draden liggen en de accu mag geen barsten of vegen vertonen.
  • Inspecteer de draden van de dynamo. Als deze gebarsten zijn, is het waarschijnlijk dat de stroom niet bij de accupolen aankomt. In een dergelijk geval levert het ook niets op om het voertuig met een andere accu te starten aangezien het dan meteen daarna weer een lege accu zal hebben.
  • Zet de koplampen, zijlampen en omgevingsverlichting aan. Als deze aanspringen en helder zijn, duidt dat erop dat de accu niet de bron van het probleem is en dat het niets zal brengen om de auto met accuklemmen aan de praat te krijgen. Als bovengenoemde apparatuur niet kan worden ingeschakeld en de toeter het evenmin doet, dan is de accu leeg. Soms duidt zwak licht uit de lampen erop dat de accu bijna leeg is.
  • Meet zo mogelijk de spanning op de accupolen door. Als die hoger is dan 12,6 V, is de accu in orde en moet het mankement in andere onderdelen en samenstellen gevonden worden: de startmotor, startmotorsolenoïde, contactschakelaar etc.
  • Ga na of er een sterke brandstofgeur vanonder de motorkap te ruiken valt. Mocht dat het geval zijn, is het gevaarlijk om uw auto met startkabels te starten omdat hierbij brand kan ontstaan.
Vervolgens moet u zich ervan vergewissen dat de accu van de hulpauto volledig opgeladen is. Zet de koplampen of interieurverlichting aan. De lampen dienen helder licht uit te stralen. Meet zo mogelijk de spanning op de accupolen met behulp van een multimeter door. Die dient tussen de 12,6 en 12,9 V te liggen.

16 stappen om startkabels op de juiste manier in te zetten

16 stappen om startkabels op de juiste manier in te zetten
  1. Plaats de voertuigen tegenover elkaar op ongeveer 45 tot 50 cm afstand van elkaar – zodat de lengte van de kabels nog volstaat om ze met elkaar te verbinden. Waarschuwing: de voertuigen mogen elkaar onder geen beding aanraken.
  2. Zet de versnellingspook bij auto’s met een automaatbak in stand ‘P’ en bij voertuigen met een handgeschakelde versnellingsbak in de vrijstand.
  3. Vergewis u ervan dat de motor van de hulpauto uitgeschakeld is.
  4. Schakel in beide voertuigen de handrem in.
  5. Verwijder bij beide auto’s de sleutel uit de contactschakelaar en zet de deuren van de auto met lege accu open. Anders zou het kunnen gebeuren dat het antidiefstalsysteem ervan ingeschakeld wordt en de deuren vergrendelt, zodra er weer stroom beschikbaar is.
  6. Klap de motorkap open. Ga op zoek naar de accu. De exacte locatie ervan wordt vermeld in de handleiding van het voertuig.
  7. Onderzoek de accu. Ga op zoek naar twee polen. De positieve pool is doorgaans groter dan de grotere van beiden (met de markering ‘POS’ of ‘+’) en de negatieve draagt de markering ‘NEG’ of ‘-‘. De positieve pool is vaak rood gekleurd, en de negatieve zwart. Bij het aansluiten van de startkabels is het van groot belang de polen niet door elkaar te halen.
  8. Ontdoe de polen indien nodig van vuil en roest met behulp van een doek of staalborstel.
  9. Bekijk de set starthulpkabels. De set dient twee kabels te omvatten. Één ervan is doorgaans rood en de andere zwart. Neem in aanmerking dat kabels zelf een afwijkende kleur kunnen hebben, maar dat accuklemmen aan de uiteinden ervan vrijwel altijd rood en zwart zijn. Dankzij deze kleuraanduidingen kunnen fouten bij het aansluiten van de draden worden voorkomen.
  10. Sluit de kabels in onderstaande volgorde aan:

    • een van de rode klemmen op de positieve pool van de lege accu;
    • de andere op de positieve pool van de hulpauto;
    • een van de zwarte klemmen op de negatieve pool van de accu van de hulpauto;
    • de andere zwarte klem op een ongelakt metalen onderdeel van het voertuig waarvan de accu leeg is. Dit kan een moer of bout aan het motorblok zijn.
  11. Zorg ervoor dat de kabels niet in aanraking komen met bewegende delen van de motor.
  12. Start de motor van de hulpauto en laat hem 10 tot 20 minuten draaien. Zet de motor uit.
  13. Kijk of het lukt om de motor te starten van de auto waarvan de accu leeg is. Mocht dat niet lukken, kunt u de motor 10 tot 20 minuten uit laten staan. Normaal gesproken laadt de accu zich in dat tijdsbestek een klein beetje op.
  14. Als de motor nog steeds weigert, kunt u het proces herhalen: start de motor van de hulpauto en laat hem een poosje lopen, zet hem vervolgens weer uit en probeer de andere auto te starten. Waarschuwing: schakel de startmotor van het met startkabels gestarte voertuig niet in zolang de motor van de hulpauto nog draait: daarbij zou de dynamo ervan kapot kunnen gaan.
  15. Zodra het gelukt is om de auto te starten, kunt u de kabels in de omgekeerde volgorde ontkoppelen:

    • de zwarte klem van het ongelakte stuk van de carrosserie;
    • de zwarte klem van de negatieve pool van de hulpauto;
    • de rode klem van de positieve pool van de hulpauto;
    • de rode klem van de positieve pool van de lege accu.
  16. Als het na meerdere pogingen nog niet gelukt is om de motor te starten, is het raadzaam om de hulp van een garage in te schakelen: het kan zijn dat uw accu volledig leeg is en gerepareerd of vervangen moet worden, of dat andere voertuigsystemen defect zijn. De motor weigert in het bijzonder in het geval een van de onderstaande onderdelen defect is:

    • zekeringen;
    • startmotor;
    • contactschakelaar.

Hoe u een auto met behulp van accuklemmen start als er geen ander voertuig beschikbaar is

Hoe u een auto met behulp van accuklemmen start als er geen ander voertuig beschikbaar is

 Om een voertuig aan de praat te krijgen kunt u eveneens een draagbaar starttoestel inzetten – een jumpstarter. Dit toestel draait op lithium-polymeerbatterijen en daardoor levert het ondanks het compacte formaat een hoge startspanning. Het kan lonen om zo’n toestel aan te schaffen als u uw voertuig bijvoorbeeld in barre omstandigheden gebruikt, in het bijzonder in gebieden waar het ‘s winters koud kan worden.

 Het toestel moet rechtstreeks op de accupolen aangesloten worden. Hierbij is het van groot belang dat u goed op de polariteit acht geeft. Voor uitvoerigere inlichtingen over hoe u startkabels aansluiten kunt, is het handig om de handleiding zorgvuldig door te lezen.

 Normaal gesproken dient u onderstaande stappen aan te houden: 
  1. Sluit de rode kabel die met het toestel meegeleverd is aan op de positieve accupool.
  2. Sluit de zwarte kabel aan op de negatieve accupool van de lege accu.
  3. Steek de andere uiteinden van beide kabels in de daarvoor bedoelde ingangen op de draagbare startbooster.
  4. Kies de juiste modus uit op de jumpstarter en schakel hem in.
  5. Zet de motor aan.

 Samenvattend 

Een ontladen accu is een probleem waar zelfs de allerervarenste automobilist over kan struikelen. Daarom is het maar goed dat het euvel op een tamelijk eenvoudige manier verholpen kan worden – met behulp van startkabels. Meer hebt u niet nodig dan een set startkabels en een andere accu. Door alle van de bovenstaande tips in acht te nemen kunt op een eenvoudige manier uw  auto met accuklemmen en een andere accu starten zelfs als het autorijden nog niet zo lang machtig bent.

    AUTODOC CLUB
    Uw account is uw persoonlijke assistent

    Het houdt uw auto-uitgaven bij, voert een autologboek en vervangingsschema en slaat uw aantekeningen en documenten op