Hoe een remklauw te vervangen [HANDLEIDING AUTODOC]

Voorbereiding van de benodigdheden:

                      een set geschikte gereedschappen
                    
                      remmenreiniger
                    
                      de door de autofabrikant aanbevolen remvloeistof
                    
                      een klem voor de remslang of voor zijn fitting
                    
                      een remontluchter
                    
                      krik
                    
                      een kriksteun
                    
                      een wielkeg

Koop gereedschap

Mogelijke redenen voor vervanging van de remklauw:

mechanische beschadiging
oververhitting van het remsysteem
corrosie
het niet tijdig vervangen van de remvloeistof

1.

Wanneer u het rempedaal intrapt, wordt de zuigerstang van de hoofdremcilinder ingedrukt
2.

De remvloeistof wordt naar de remklauw geleid en werkt in op de zuiger
3.

De zuiger drukt de remblokken tegen de schijf
4.

Als gevolg daarvan vindt het remmen plaats
5.

Corrosie kan de beweging van de zuiger belemmeren, en kan er zelfs toe leiden dat hij vastloopt
6.

Hij kan ook beschadigd raken als gevolg van het stukgaan van de afdichting

Let op!
Het principe van werking en vervanging is voor de meeste remklauwen hetzelfde
7.

Achterste remklauwen kunnen van een parkeerrem zijn voorzien
8.

Daarvan moet de kabel of bedrading worden ontkoppeld wanneer de remklauw wordt vervangen
9.

Bij het vervangen van een remklauw kan het nodig zijn een nieuwe beugel en geleidepennen te installeren als deze versleten zijn

AUTODOC raadt aan:
Let op de installatiekant van de remklauw
10.

De ontluchtingsnippel moet bovenaan zitten
11.

Ga naar het remvloeistofreservoir en controleer het vloeistofpeil
12.

Reinig de dop en de buitenkant van het reservoir
13.

Inspecteer de constructie van de remklauw
14.

Maak de remslangfitting los
15.

Maak de aansluitplek ervan eerst schoon

Wees voorzichtig!
Voorkom het lekken van remvloeistof
16.

Klem de remslang af met een speciaal gereedschap of schroef de bevestiging van de fitting los en gebruik een klem
17.

Zet de klem onder de juiste hoek op de slang
18.

Schuif de remslang opzij
19.

Schroef de bevestigingen van de remklauw los en haal ze eruit

Let op!
Wanneer de remklauw moeilijk te verwijderen is,
20.

Verwijder de remklauw
21.

Onjuiste werking van de remklauw leidt tot snelle en ongelijkmatige slijtage van de remblokken en remschijf
22.

Controleer regelmatig hun conditie om defecten aan de remklauw tijdig te ontdekken
23.

Vervang versleten onderdelen indien nodig
24.

Lees de instructies van de fabrikant voordat u een nieuwe remklauw monteert
25.

Controleer en vervang zo nodig de borgveren van de remklauw en de ratelklemmen van de remblokken
26.

Zet alles in omgekeerde volgorde weer in elkaar
27.

Installeer de remblokken
28.

Installeer een nieuwe remklauw

Belangrijk!
Zorg ervoor dat alle onderdelen in de juiste positie staan
29.

Schroef de geleidepennen in
30.

Haal de bevestigingen aan met het door de fabrikant aanbevolen koppel
31.

Installeer extra remklauwhouders, als die er zijn
32.

Reinig de remslang en sluit hem aan
33.

Haal de fitting aan met het door de fabrikant aanbevolen koppel
34.

Ontlucht het remsysteem
35.

Verwijder de dop van de ontluchtingsnippel
36.

Draai de ontluchtingsnippel los en verwijder de slangklem
37.

Zodra de vloeistof begint te lekken, draai de ontluchtingsnippel dicht
38.

Controleer en corrigeer het remvloeistofpeil regelmatig

Let op!
Draai de ontluchtingsnippel niet te losVoorkom dat vuil en stof in het reservoir terechtkomen
39.

Om het systeem te ontluchten, heeft u een assistent of speciale apparatuur nodig
40.

In het eerste geval trapt de assistent het rempedaal verscheidene malen in tot deze een aanzienlijke weerstand voelt
41.

Zonder het pedaal los te laten, laat de assistent u weten dat u de ontluchtingsnippel kunt losdraaien

AUTODOC raadt aan:
Zet op voorhand een schaal klaar voor de vloeistof
42.

Draai de ontluchtingsnippel open, laat de remvloeistof eruit lopen en draai de nippel weer dicht
43.

Herhaal de procedure totdat alle lucht uit het remsysteem is verdwenen
44.

Houd in het tweede geval een remontluchter gereed, die bestaat uit een vat met een slang, een fitting en een terugslagklep
45.

Sluit dit apparaat aan op de ontluchtingsnippel van de remklauw en draai de nippel een weinig open
46.

Trap het rempedaal enkele malen in

AUTODOC raadt aan:
Herhaal de procedure totdat alle lucht uit het remsysteem is verdwenen
47.

Zorg ervoor dat de vloeistof die door de slang stroomt, vrij is van lucht
48.

Draai de ontluchtingsnippel vast
49.

Maak de ontluchtingsnippel schoon
50.

Haal de ontluchtingsnippel aan met het door de fabrikant aanbevolen koppel
51.

Trap het rempedaal enkele malen in om te controleren op lekkage
52.

Plaats de beschermdop op de ontluchtingsnippel
53.

Reinig de oppervlakken van de remschijf en de wielnaaf die in contact komen met het contactoppervlak van de velg
54.

Behandel de oppervlakken met een antiroestmiddel
55.

Reinig het oppervlak van de remschijf
56.

Controleer het niveau aan remvloeistof in het expansiereservoir en vul indien nodig bij

AUTODOC raadt aan:
Ververs de remvloeistof indien nodig