- De stofhoezen inspecteren.
Als deze barsten vertonen, dien je de fuseekogel te vervangen. - Leg je hand op de behuizing van het onderdeel en vraag iemand anders om een handje te helpen en het wiel heen en weer te wiegelen.
Mocht er zich een losse kogelbout in de behuizing bevinden, zul je die zekersteweten voelen. - Krik je auto omhoog.
Breng een standkrik aan onder de behuizing van de fuseekogel.
Laat je auto lichtjes zakken om druk te zetten op het onderdeel dat getest moet worden. Het wiel dient nochtans te blijven zweven en vrij te kunnen ronddraaien.
Vroeg iemand anders om het rempedaal ingedrukt te houden. Probeer het wiel heen en weer te wiegelen, waarbij je het aan de onder- en bovenkant vasthoudt.
Dit kun je echter alleen vaststellen wanneer het wiel zich in een bepaalde stand bevindt. Daarom kun je het beste iemand anders vragen om het stuur langzaam van de ene naar de andere kant te wentelen. - Plaats het platte uiteinde van de bandenlichter tussen de draagarm en de wielas en druk het andere uiteinde van de bandenlichter naar beneden.
Sla al doende de fuseekogel gade. Als er sprake is van buitensporige speling in de fuseekogel zul je dat zekersteweten kunnen zien.
Reageren