- Inspecteer de schokdempers.
Zorg ervoor dat ze geen restanten van olielekkage vertonen. - Inspecteer de bussen.
Als er sprake is van losse onderdelen of barsten in de rubberen gedeelten, betekent dat dat ze versleten zijn. - Inspecteer de fuseekogel.
Zorg ervoor dat de stofhoes geen scheurtjes vertoont en de behuizing geen buitensporige speling kent.
Een klopgeluid bij het nemen van bochten is het meest voorkomende teken van een defecte fuseekogel. - Ga na hoe de wielen functioneren.
Als de auto naar de zijkanten trekt en de hoek van het stuur kleiner geworden is, is het raadzaam om de fusee nauwgezet te inspecteren. - Inspecteer de draagarmen en dan in het bijzonder hun bevestigingsstukken en afdichtingen.
- Inspecteer de stuurinrichting.
Als je duidelijk ziet de voorwielen buitensporig slingeren en je bovendien abnormale geluiden hoor, is het raadzaam om de spoorstang en de spoorstangeinden te inspecteren.
Als het gelukt is om het euvel aan de hand van bovenstaande stappen op te sporen, kun je het defecte onderdeel simpelweg vervangen. Mocht je er nou niet in geslaagd zijn, kun je het beste bij een garage langsgaan.
Reageren