De zuiverheid van brandstof is voor een verbrandingsmotor van groot belang. Je zou denken dat vandaag de dag door de geavanceerde raffinage brandstof aan de pomp altijd van onberispelijke kwaliteit is. Vervuiling van brandstof door stof, roest van de opslagtank of lakdeeltjes is echter nooit uit te sluiten. Het brandstoffilter voorkomt dat vervuilende deeltjes in de motor terechtkomen en draagt ertoe bij dat deze optimaal blijft presteren. Moderne brandstofinjectiesystemen zijn uiterst gevoelig voor vervuiling. Een regelmatige filtervervanging is daarom essentieel voor het behoud van de motor. Waarom het brandstoffilter vervangen moet worden, mag duidelijk zijn. We gaan hierbij nader in op hoe vaak en hoe.
Tijdstip van vervanging
In het onderhoudsboekje van de auto staat de vervangingsinterval van het filter vermeld. Verschillende automerken en ook modelversies geven verschillende intervallen aan. In de regel wordt vervanging om de 30.000 tot 50.000 km aangeduid. Routinematige inspectie om de 10.000 – 15.000 kilometer is echter een verstandige maatregel. Mocht een filter verstopt raken, heeft dit een uitwerking op de doorstroming. Een autobestuurder kan aan bepaalde symptomen, die bij het rijden optreden, merken dat een brandstoffilter niet langer optimaal functioneert. Wanneer de auto schokkend optrekt of er prestatieverlies bij een bepaald toerental optreedt, is dit wellicht een indicatie dat het component moet worden gewisseld.
Het juiste filter
Onderhoud aan het brandstoffilter is geen optie, zoals bijvoorbeeld uitspoelen of anderszins reinigen. Vervangen is de boodschap. Dit is voor een handige doe-het-zelver een uitvoerbare klus. Zo kun je de kosten voor het vervangen drukken.
Alles staat of valt natuurlijk met een goede voorbereiding en die begint met de aanschaf van het juiste brandstoffilter die bij het type brandstof, benzine of diesel, hoort. Ook heb je de keuze tussen verschillende constructies. Zo zijn er brandstoffilter-elementen die je apart aanschaft en in de behuizing plaatst, die in de motor is geïntegreerd. Brandstofwisselfilters zijn een eenheid van behuizing en filterelement en worden als geheel vervangen. Afhankelijk van toepassing hebben deze extra functies, zoals een aftapschroef voor water en aansluitpunten voor brandstofverwarming. Ook zijn er de zogenaamde inline filters (brandstofleidingfilters) die in de leiding worden gemonteerd. Hier worden tevens de behuizing en het filter als eenheid vervangen. Afhankelijk van de specificaties van de autofabrikant zijn deze van staal, aluminium of kunststof.
Misplaatste zuinigheid bij het kopen van een nieuw onderdeel leidt uiteindelijk alleen maar tot duurkoop. Kies voor een origineel onderdeel van merkkwaliteit. Het internet maakt je de keuze tegenwoordig makkelijk aangezien je op automerk en model kunt zoeken. Zo ben je altijd verzekerd van een passend component.
Hoe ga je te werk?
De locatie van het filter kan verschillen. Bij veel auto’s heb je gemakkelijk toegang tot de filter via de motorkap. Dieselfilters haal je gewoon uit de motorruimte door de sensor te verwijderen en de brandstofleidingen los te maken door het loskoppelen van de houderklemmen. Voor de vervanging van het benzinefilter in de auto kan van onderaf werken de betere optie zijn. Plaats de wagen op een hefbrug of met de krik op autobokken. Zet hem in de eerste versnelling of in geval van een automaat in de parkeerstand. Om te vinden waar het brandstoffilter zit, volg je gewoon de brandstofleidingen in het motorcompartiment.
Voorafgaand aan de klus moet de overdruk in de brandstofleiding worden afgebouwd. Verwijder hiervoor de zekering van de brandstofpomp uit het zekeringkastje. Start de auto en laat hem ongeveer 10 seconden draaien en vervolgens de motor afsterven. Er zit nu nog wel brandstof in de leidingen. Zet daarom een bril op en zorg voor een opvangbekken. Schroef nu de brandstofleidingen los met een waterpomptang en laat de brandstof in het opvangbekken lopen. Deze wordt uiteraard op milieuvriendelijke wijze afgevoerd. Haal het filter uit de behuizing
Bij de installatie van een nieuw brandstoffilter is het belangrijk, de op het component aangegeven stroomrichting te handhaven. Deze moet in de rijrichting wijzen. De benzineleidingen kun je nu op de overeenkomstige aansluitingen weer op de behuizing plaatsen en vastdraaien. Vervolgens wordt deze met de beugel vastgemaakt op zijn montageplek. Afhankelijk van motor- en brandstoftype moet eventueel het systeem nog worden ontlucht. Dit is met name bij auto’s die op diesel rijden het geval.
De auto kan nu van de hefbrug of autobokken af. Vergeet niet de verwijderde zekering van de brandstof terug te plaatsen. Start vervolgens de motor. De eerste keer kan dat starten wat aarzelend gaan. Dat ligt niet aan de werking van het brandstoffilter. De stroming van de brandstof moet echter weer op gang komen in de leidingen. Wanneer het filter correct werd geïnstalleerd, start de wagen daarna weer soepeltjes.
Reageren