Handleidingen en tips betreffende reparatie en onderhoud aan Vering / Demping

Het schokdempersysteem bestaat uit veren, veerpootlagers, bussen en schokdempers. Laatstgenoemden kunnen bestaan uit één enkele of twee buizen, en ze kunnen hydraulisch (olieschokdempers) of gasgevuld en met of zonder regelbare demping zijn. De schokdemperstangen worden door stofhoezen beschermd. De regelbare onderdelen zijn voorzien van een wielstelbout. De luchtgeveerde ophanging bestaat uit een modusschakelaar, compressor en luchtbalgen. Bij de veerophanging zorgen bladveren voor het opvangen van schokken.

Het schokdemper systeem zorgt voor een vermindering van de omvang van het geschud in de carrosserie van de auto en vangt schokken op. Bij het rijden over oneffenheden in het wegdek worden de veren samengeperst en losgelaten, waardoor het contact van de wielen met het wegdek gewaarborgd blijft. In de schokdemper beweegt een zuiger heen en weer, die een hydraulische druk opbouwt en de voor de demping vereiste weerstand creëert. Elastische luchtbalgen vangen schokken op doordat ze hun vorm aanpassen overeenkomstig de bodemvrijheid. Al naargelang de belasting op het voertuig worden de bladveren samengeperst of springen ze uit, waardoor een lichte demping wordt verkregen.

De meeste onderdelen van het dempingssysteem kunnen door uzelf worden vervangen. Ze moeten per as paarsgewijs worden gemonteerd, ook al is er slechts één ervan niet in orde. Om te beginnen moet u het voertuig opkrikken en dan de wielen eraf nemen. Alle bevestigingspunten en geleiders moeten worden gereinigd en de bevestiging, de stofhoes en de stootrand moeten – als dat nodig is – worden vervangen. Om de veer te demonteren benodigt men een speciale veerpootcompressor. Alvorens een nieuwe schokdemper te plaatsen dient u deze 3 tot 5 keer handmatig samen te drukken.