Quattro: beschrijving, kenmerken en werkingsprincipe

Quattro: beschrijving, kenmerken en werkingsprincipe

Quattro is een systeem voor permanente vierwielaandrijving waarmee de modellen van Audi met een dwarsgeplaatste motor zijn uitgerust. Het deed zijn intrede in 1980. Vandaag de dag is het voor de meeste modellen van Audi standaard of als optie leverbaar. Het Quattro-systeem verbetert de off-road prestaties van een auto in terreincondities en de dynamische eigenschappen van het voertuig.

Werking van de Quattro

De voornaamste onderdelen van dit systeem zijn:

  • Een versnellingsbak: past het koppel van de motor aan de ingestelde rijmodus aan en brengt het koppel naar andere delen van de versnellingsbak over.
  • Een tussenbak met een centraal differentieel: verdeelt het koppel van de motor tussen de voor- en achteras.
  • Aandrijftandwielen: verhogen het koppel dat op de wielen overgebracht wordt.
  • Differentiëlen op de dwarsas: verdelen het koppel over de linker- en rechterwielen.
  • Een aandrijfas: verbindt de tussenbak met de achterste overbrenging.
  • De voorste aandrijfas: brengt het koppel van de tussenbak over naar de voorste versnelling.

Vrijwel alle modellen van Audi maken gebruik van een Torsen differentieel of kroonwiel met zelfsperrend differentieel. Voor normale omstandigheden verdeelt deze het koppel van de motor tussen de voor- en achteras in de verhouding 40:60. Zodra een van de wielen slipt, wordt het grootste deel van het koppel op de as met de beste tractie overgebracht. De verhouding van het koppel tussen de voor- en achteras bedraagt dan bijvoorbeeld 15:85, 20:80, 80:20, 70:30 of 75:25.

De bijzonderheden van de Quattro

Systeemgeneratie Type differentieel Productiejaar Modellen van Audi met dit systeem
Tussenas Achteras Vooras
I Open met mechanische vergrendeling Open met mechanische vergrendeling Open zonder vergrendeling 1981 Quattro 85; 80 B2; Coupé 81, 85
II

Symmetrisch, zelfvergrendelend Torsen OT-1

1988 100 C3 44, 44Q; 80 B4 8C2, 8C5; 90 B3 89, 89Q, 8A; S2 B4; A6 C4 4A5
III

Symmetrisch, zelfvergrendelend Torsen OT-1

1988 V8 441, 442, 4C2, 4C8
IV Open met elektronische vergrendeling 1995 A4 B5 8D5; A6 C5 4B5; A8 D3 4E2, 4E8
V Asymmetrisch, zelfvergrendelend Torsen OT-3 2006 RS4 B7 8ED; S6 C6 4FH
VI Asymmetrisch, zelfvergrendeling, kroonwiel 2010 RS5 8T; A7 4A, 4G

Winkel

Typische defecten van de Quattro

  • De tandwielen van het differentieel verslijten snel.
  • De universele kruiskoppelingen kunnen als gevolg van het rijden op slechte wegen beschadigd raken.
  • Een defecte ABS-sensor kan tot gevolg hebben dat het elektronische differentieelvergrendeling niet goed werkt.
AUTODOC CLUB
Uw account is uw persoonlijke assistent

Het houdt uw auto-uitgaven bij, voert een autologboek en vervangingsschema en slaat uw aantekeningen en documenten op