Het bandenspanningscontrolesysteem (TPMS-systeem)

Het bandenspanningscontrolesysteem (TPMS-systeem)

Aan een juiste spanning op uw banden valt – hoe je het ook wendt of keert – echt helemaal niets af te dingen. Niet alleen is het veiliger voor u en de weggebruikers om u heen om de juiste mate van druk in uw banden te hebben, maar ook nog eens is het uiteindelijk een stuk goedkoper om hierop te letten. Hiervoor hoeft u zelf trouwens in principe niet zoveel te doen. Dit opletten gebeurt tegenwoordig bij alle moderne auto’s automatisch door een zogenaamd bandenspanningscontrolesysteem. Dit systeem dient u op uw beurt dan uiteraard wel weer goed in de gaten te houden, want anders schiet het allemaal natuurlijk alsnog niets op.

Wat is het bandenspanningscontrolesysteem?

Het systeem dat automatisch de spanning op de afzonderlijke banden opmeet, draagt de weinig verhullende benaming bandenspanningscontrolesysteem. Soms wordt voor dit systeem ook de afkorting uit het Engels TPMS gebezigd. Deze afkorting staat voor ‘tyre pressure monitoring system’ en betekent min of meer hetzelfde. Sinds 2014 dient dit systeem binnen de EU verplicht ingebouwd te worden in nieuwe auto’s om voor elkaar te krijgen dat automobilisten niet meer op banden met een te lage spanning rond blijven rijden.

De gedachte achter het TPMS

De verplichting om auto’s vanaf 2014 van dit systeem te voorzien heeft de Europese Unie in het leven geroepen omdat het op tal van vlakken grote voordelen oplevert wanneer men met naar behoren aangespannen banden rijdt. Zo zijn banden die de juiste mate van druk kennen op de eerste plaats van wezenlijk belang voor de veiligheid. De mate van druk op de banden bepaalt namelijk voor een aanmerkelijk gedeelte hoe goed de grip van de banden op het wegdek is. Als uw banden dus een te lage spanning vertonen, kan het er in het slechtste geval toe leiden dat u de grip op het wegdek en zodoende de beheersing over uw auto verliest en ernstig letsel kunt oplopen en toebrengen aan anderen. Alleen al die reden zou volstaan als argument voor het gebruik van een dergelijke systeem en voor het in de gaten houden van de bandenspanning over het algemeen.

Naast dit argument biedt het systeem evenwel nog meer voordelen en wel op financieel vlak en tegelijkertijd met betrekking tot het milieu. Het is namelijk het geval dat banden die niet de juiste spanning kennen, gemiddeld sneller versleten raken. Dit leidt er niet slechts toe dat u uw banden vaker moet laten vervangen en dus meer geld kwijt bent, aangezien u vaker dan noodzakelijk gedwongen bent om nieuwe banden aan te schaffen. Ook nog eens zorgt het ervoor dat er meer afgesleten stukjes rubber van uw banden in het milieu terechtkomen dan eigenlijk nodig zou zijn geweest.

Ook verbruiken auto’s wier banden slecht aangespannen zijn meer brandstof dan nodig is. Dit heeft zowel een negatieve uitwerking op uw beurs als ook op het milieu. Alle reden dus om de bandenspanning goed in de gaten te houden.

Hoe het werkt

Er bestaan twee hoofdsoorten van het bandenspanningscontrolesysteem die beide op een net iets andere manier werken, maar in principe hetzelfde resultaat opleveren: een direct en een indirect systeem.

TPMS sensoren

Het direct werkende bandenspanningscontrolesysteem omvat meerdere TPMS-sensoren die stuk voor stuk direct in het desbetreffende wiel ingebouwd zijn. Soms gebruikt men ook wel het begrip TPMS-ventielen voor de sensoren die in de ventielen van de autobanden ingebouwd zijn. Dankzij deze bijzonderheid is een dergelijke bandenspanningssensor behoorlijk precies in zijn metingen en daardoor bieden dit soort sensoren een niet te versmaden voordeel.

Direct werkende bandenspanningscontrolesysteem omvat

Het nadeel van dit soort apparatuur is dat deze een stuk duurder is, simpelweg om de reden dat ze ingewikkelder en uitgekiender is.

Deze sensoren sturen de resultaten van hun metingen aan de lopende band door naar het computersysteem van uw auto dat op zijn beurt meldingen aan u laat zien via het desbetreffende waarschuwingslampje of scherm op het dashboard.

Een tip van AUTODOC: brandt bij een te lage bandenspanning het lampje op het dashboard, controleer dan simpelweg bij de volgende tankbeurt of de spanning daadwerkelijk te laag is en vul de banden bij bij de benzinepomp. De meeste tankstations hebben immers een bandenpomp waarvan u gratis gebruik kunt maken.

De indirecte systemen voor het controleren van de spanning op de banden beschikken niet over sensoren, maar verrichten hun metingen daarentegen met behulp van andere apparaten die met de wielen te maken hebben. Hiervoor gebruiken ze bijvoorbeeld de sensoren die in de meeste gevallen bij het ABS-systeem horen, maar soms ook die van het ASR-systeem. Hier werkt het principe als volgt: naarmate de band een lagere spanning kent, draait het wiel sneller en sneller; aan de hand van vergelijkingswaarden kan het systeem dus kijken of het wiel sneller draait dan het zou moeten draaien en zodoende vaststellen of er sprake is van een probleem met de bandenspanning. Het nadeel van dit systeem is dat het minder nauwkeurig is en in bepaalde gevallen pas relatief laat overgaat tot het afgeven van een waarschuwing als er sprake is van een te lage spanning op een band. Om die reden blijft het dus belangrijk om de spanning van uw banden niet in het geheel uit het oog te verliezen en er blind op te vertrouwen dat de apparatuur het werkt wel voor u zal doen. Ook apparatuur blijft feilbaar en moet soms geholpen worden.

AUTODOC CLUB
Uw account is uw persoonlijke assistent

Het houdt uw auto-uitgaven bij, voert een autologboek en vervangingsschema en slaat uw aantekeningen en documenten op